Brabants Landschap

Weidevogelwerk - nr. 30 - Augustus 2018 (31/08/2018)

       Augustus 2018


Inleiding

Het broedseizoen met al zijn hectiek ligt alweer een tijdje achter ons. De eerste ronde was in sommige gebieden explosief: alle kieviten leken tegelijk te gaan broeden, terwijl de boeren ook massaal aan de slag gingen. Sommige vrijwilligers droomden ’s nachts van mandjes en kievitsnesten... In een aantal gebieden was het een goed seizoen, terwijl bij andere groepen, vooral op zandgrond, de resultaten helaas verder terug liepen. Om een totaal plaatje te kunnen maken voor heel Brabant hebben we nog wat meer gegevens nodig! Daar gaan we in één van de onderstaande artikeltjes wat verder op in.

Verder vergroot goed contact met de loonwerker de kans op uitgekomen eieren en uitgevlogen jongen. Daarom besteden we in deze nieuwsbrief aandacht aan hoe de relatie met loonwerkers verbeterd kan worden. Ook wordt er teruggeblikt op het predatiepreventie-project 'Wei vosvrij', wordt een leuke en nuttige actie van een agrarische natuurvereniging besproken en wordt een opvallend resultaat van het laat inzaaien van mais besproken. Tot slot komt ook de grote toename van insecten in het agrarisch gebied aan bod.

Kortom, weer een volle en leerzame nieuwsbrief.

Veel leesplezier!

 

Inleiding
 
Invoeren legselgegevens
 
Contacten met en voorlichting aan loonwerkers soms moeilijk: geen onwil!
 
Predatiepreventieproject 'Wei vosvrij': hoopgevend!
 
Agrarische natuurvereniging bedankt weidevogelbeschermers
 
Verlate inzaai mais, hogere opbrengst?
 
Insectenexplosie door maatregelen
 




Invoeren legselgegevens

De meeste groepen evalueren de komende maanden hun beschermingswerk, en daarbij rijst dan ook steeds de vraag: hoe is het in de rest van Brabant gegaan? Concreet is daar nog weinig over te zeggen, want nog lang niet alle groepen hebben de resultaten ingevoerd op www.boerenlandvogelsnederland.nl. Als dat ook voor jouw groep geldt, maak daar dan alsjeblieft zo snel mogelijk werk van. Voor groepen waar wel legsels zijn ingevoerd: groepscoördinatoren of administrateurs, kijk nog even na of de totaalaantallen kloppen (bij sommige groepen lijken nog een aantal legsels te ontbreken), en of er geen spooklegsels van ‘rare’ soorten zijn ingevoerd. Dit komt soms doordat een soort verkeerd is aangeklikt, of betreft legsels die als test zijn ingevoerd en nog verwijderd moeten worden. Ook de rubrieken ‘werkzaamheden’ en ‘beschermingshandelingen’ kunnen vaak wel wat vollediger worden ingevoerd. Belangrijk, want hiermee tonen we aan dat nestbescherming noodzakelijk is. Wanneer je geen werkzaamheden aanvinkt, zijn er ‘in de boeken’ dus geen agrarische werkzaamheden geweest rond de door jullie gevonden legsels, terwijl dat in de praktijk vaak wel zo was. En dat is nou juist waarbij nestbescherming van pas komt…

Over de legsels die wel al zijn ingevoerd, waarvoor dank, kunnen we zeggen dat het nog meer dan voorgaande jaren alle kanten op lijkt te gaan. Enkele groepen hebben meer legsels gevonden, anderen (veel) minder, soms kwam er meer uit, maar helaas vaak minder. Over het algemeen lijken er minder legsels gevonden en uitgekomen te zijn dan in 2018.

Zodra alles is ingevoerd kunnen we een start maken met het jaarverslag seizoen 2018, en kunnen we meer zeggen over de vraag: hoe is het gegaan? 

Contacten met en voorlichting aan loonwerkers soms moeilijk: geen onwil!

Bij het beschermen van weidevogellegsels heb je bij de landbouwwerkzaamheden niet alleen te maken met boeren, maar ook met loonwerkers. Die contacten verlopen soms moeilijker. Met de boer heb je direct contact en je bent vaak beter op de hoogte van elkaars plannen. Loonwerkers hebben een heel andere manier van werken en hebben vaak veel meer haast. Het is voor hen organisatorisch niet altijd mogelijk om aan te geven op welke tijd en soms zelfs welke dag de werkzaamheden op het land zullen plaats vinden. Dit is zeker niet altijd onwil! Het broedseizoen is ook voor boer en loonwerker de drukste tijd van het jaar. De tijdsdruk maakt het moeilijk om rekening te houden met de weidevogels. Maar het is zeker niet onmogelijk! Alles valt of staat met een goede communicatie tussen vrijwilliger en loonwerker.

Groepen die al langer investeren in contacten met loonwerkers hebben gemerkt dat het vaak wel lukt om begrip te kweken. De meeste loonwerkers staan best open voor je verhaal! Een goede uitleg is essentieel. Wanneer de loonwerker en zijn personeel helemaal niet weet dat er weidevogels broeden op de te bewerken percelen en hoe dat gaat, is het lastig om er rekening mee te houden. Vaak werkt het goed om in de winter een afspraak te maken en met informatiemateriaal naar de loonwerker te gaan. Liefst wanneer er ook personeel aanwezig is. De grote gele vouwfolders zijn speciaal voor gemaakt om mee te nemen op de trekker. (Zie foto hiernaast) Bespreek hoe het broedseizoen wat de weidevogels betreft in zijn werk gaat en hoe je het liefst medewerking zou willen krijgen. Dat je bijvoorbeeld heel graag wil weten welke werkzaamheden wanneer gaan plaatsvinden binnen je zoekgebied. Maar sta ook open voor inbreng van de loonwerker. Wat is mogelijk, en wat lukt niet? Wat kun je eventueel doen om het gemakkelijker te maken? Zijn de stokken goed zichtbaar? Willen ze een extra stok voor de rij waar een legsel ligt? Als je de legsels digitaal invoert, willen ze misschien gebruik maken van de weidevogelapp. Ook helpt het natuurlijk als duidelijk is wie er gebeld moet worden bij op handen zijnde werkzaamheden of voor vragen.

We zijn heel benieuwd naar jullie ervaringen met loonwerkers, en ook naar de wensen die jullie misschien hebben om dit onderdeel van het beschermingswerk zo goed mogelijk te laten verlopen.

Heb je een goed idee, iets wat goed werkt of zou kunnen werken, goede of slechte ervaringen met loonwerkers, laat het ons alsjeblieft weten. Dat kan door een email te sturen aan anjapopelier@live.nl of weidevogelbeschermingbrabants@gmail.com  

 

Predatiepreventieproject 'Wei vosvrij': hoopgevend!

Tijdens het afgelopen broedseizoen is met steun van de provincie Noord-Brabant, Brabants Landschap en de Postcodeloterij een pilot met de naam ‘Wei-Vosvrij’ gestart. Het doel was om predatie door met name vos terug te dringen met behulp van schrikdraad. De organisatie was in handen van AP Natuuradvies en tien weidevogelgroepen werkten mee. Ruim 30 percelen, waarop de afgelopen jaren veel legsels verloren gingen door grondpredatoren als vos en das, werden rondom afgezet met 4 schrikdraden, gekoppeld aan een schrikapparaat met zonnepaneel (bovenste foto). Ongeveer 80 legsels zijn op die manier beschermd.  Op een aantal van de percelen werden ook vlak voor het plaatsen van de rasters al sporen gevonden van onder andere vos en das.

Behalve vrijwilligers werkten ook boeren graag mee, want ook zij hebben er moeite mee dat steeds meer legsels verdwijnen. Rond kievitlegsels op akkers werd zo’n 3 hectare afgezet, en rond legsels in lang gras minimaal 50 x 50 meter. De ervaringen zijn bij de meeste groepen positief. Op enkele percelen waar afgelopen jaren niet of nauwelijks legsels uit kwamen steeg het uitkomstpercentage zelfs naar 90%. En op de iets grotere percelen waar het lukte om de kuikens binnen te houden, konden de jonge weidevogels soms worden gevolgd tot ze vliegvlug waren.

Dat er wel vossen in de buurt van de rasters kwamen, maar er op enkele meters vandaan bleven, bleek uit de sporen die we aantroffen (middelste foto), en uit een zichtwaarneming van een deelnemende boer (onderstre foto). Er zijn speciale blacklite-wildcamera’s geplaatst met hoop op een ‘heterdaadje’, maar de vossen hielden afstand van de schrikrasters. We hebben ze niet op de foto kunnen krijgen.

Het was een pilot (een proefproject) en helaas maar logisch, ging er her en der ook wel wat mis. Daar hebben we van kunnen leren, en er ontstaan voorzichtig al plannen om volgend jaar uit te breiden en verbeteringen aan te brengen. Binnenkort is er een evaluatie met de deelnemende vrijwilligers, waarna de exacte resultaten op een rijtje kunnen worden gezet. Daarmee komen we zeker terug  in een volgend Weidevogelwerknieuwsbrief

 

Agrarische natuurvereniging bedankt weidevogelbeschermers

Agrarische Natuurvereniging de Oostelijke Langstaat koesterde al jaren het plan een weidevogelgroep op te richten in het (nog) witte gebied rond Haarsteeg. Afgelopen jaar lukte het om voldoende enthousiaste vrijwilligers bij elkaar te krijgen en de groep ging, met ondersteuning van enkele vrijwilligers van weidevogelgroep de Duinboeren en met veldbegeleiding van Anja Popelier van start vanaf de boerderij van Peter en Marjo van Roessel in Haarsteeg. Peter is bestuurslid van de ANV en dat maakte het gemakkelijk om contact te leggen met de andere boeren.

Alle begin is moeilijk, maar er werden al een aantal leuke succesjes geboekt en bovenal werd er ontzettend veel geleerd door vrijwilligers en boeren! Als dank voor alle inzet organiseerde de agrarische natuurvereniging na afloop van het seizoen een barbecue, waar ook de vrijwilligers van de andere weidevogelgroepen in het grote werkgebied van de ANV voor werden uitgenodigd. Het was een gezellige avond, waar veel contacten werden gelegd en aangehaald. Een heel mooi en nuttig initiatief van deze ANV. Wie weet wordt het gevolgd door andere ANVs?

 

Verlate inzaai mais, hogere opbrengst?

In de maatwerkregeling ‘Kansen voor de Kievit’ worden bewerkingen uitgesteld op percelen waar meer dan 5 legsels worden gevonden. Veelal gaat het om mais die na 15 mei wordt ingezaaid, zodat de kievitsnesten ongestoord uit kunnen worden gebroed. Om de kuikens groot te laten worden, blijft er op het perceel met uitgestelde bewerkingen een braakstrook (6-12meter breed) liggen tot 1 augustus of 1 november. Een deelnemende boer krijgt voor het nemen van deze maatregelen een vergoeding als er een overeenkomst wordt afgesloten. De lokale weidevogelbeschermer spreekt dit af met de boer en dient de overeenkomst in bij Brabants Landschap.

Dit jaar waren de omstandigheden zeer droog. Maaike Riemslag heeft in het werkgebied van Alphen-Chaam-Gilze 6 overeenkomsten ‘Kansen voor de Kievit’ afgesloten met 4 boeren. Ze heeft op eigen initiatief 'geregeld dat de boeren niet wachten tot 15 mei met het inzaaien van de mais, maar zelfs tot 1 juni! Maar, wat komt er terecht van mais die zo laat wordt ingezaaid?! Wij zien het als een mooi experiment.

Half juli ontvingen we van Maaike de monitoringsformulieren met daarop ingevuld het resultaat op de kuikenoverleving. Er zit een geel memo blaadje bij waarop staat: ‘Helaas groeit de mais voor geen meter ivm laat inzaaien. Wat kunnen we doen? Voor de meewerkende boer?’.

Maar, half augustus blijkt, na contact met Maaike, dat de mais er bij de deelnemende boeren veelal beter bij staat dan bij boeren zonder een overeenkomsten! De verschillen zijn duidelijk zichtbaar in het veld. Hoe kan dat nou? Ligt het aan het andere type vroegrijpe ras wat is ingezaaid op deze percelen met een uitgestelde bewerking? Of, zijn de percelen waar overeenkomsten op worden afgesloten (en dus kieviten op zitten) nattere percelen? Hoe dan ook, door de weersomstandigehden dit jaar zijn niet alleen de kievitten geholpen, maar heeft het ook voor de deelnemende boer goed uitgepakt! 

Op foto hieronder: links reguliere inzaai en rechts verlaat ingezaaide maïs (na 1 juni)

Insectenexplosie door maatregelen

Voor het PARTRIDGE project wordt in het land van Heusden en Altena niet alleen onderzoek gedaan naar het effect van de getroffen maatregelen op vogels, maar ook gekeken naar insecten. Dit onderzoek wordt uitgevoerd samen met studenten en adviesbureau Maasarend in zowel het demostratiegebied Oude Doorn en het referentiegebied Genderen. De soorten en aantallen insecten worden bijgehouden in en in de buurt van maatregelen en op referentieplekken. In 2017 bleke al dat er veel meer insectenaantallen én soorten aanwezig zijn in d emaatregelen. Maar, de eerste resultaten van dit jaar laten bovendien een enorme toename in  insectenmassa en soortenrijkdom zien ten opzichte van 2017! Dat is goed nieuws, want hoe meer insecten, hoe meer voedsel voor akkervogels. 

Lees hier het artikel op Nature Today, Op deze website kan ook het rapport worden gedownload. Meer informatie over het PARTRIDGE project is te vinden op de website van Brabants Landschap.

KLIK HIER OM U AAN TE MELDEN OF KLIK HIER OM U AF TE MELDEN VOOR DEZE NIEUWSBRIEF
U KUNT DEZE NIEUWSBRIEF OOK ONLINE LEZEN INDIEN DEZE NIET GOED WORDT WEERGEGEVEN

Deze nieuwsbrief is mede tot stand gekomen dankzij:   Nationale Postcode Loterij     Provincie Noord Brabant